Dit was het plan. Van Triora naar Rifuggio Sanremo, langs de Redentore naar Monte Saccarello en dan met een tussenstop bij Colla Melosa richting Gouta om daar de bus te nemen, 3 dagen was het plan.
We waren goed voorbereid. Contact gelegd met iemand van de bergvereniging in Sanremo die de hut beheerde. Hij vond het wel aan de vroege kant, eind mei, want er lag bovenop nog sneeuw. Maar hij zou erheen gaan en wat vlaggetjes voor ons plaatsen. En dat had hij ook gedaan.
Op dag één met de bus van Perinaldo naar Sanremo en vervolgens ook per bus naar Triora. Daar de sleutel opgehaald van de hut, want Rifuggio Sanremo is een onbeheerde hut. Alles is aanwezig (watere, gas, dekens etc.) je moet alleen jezelf verzorgen en dus ook eten meenemen. Vanuit Triora loopt het de eerste kilometers licht omhoog alvorens de klim naar de kam begint.
Dag 2 begon redelijk bewolkt. En wat we inderdaad merkten, was dat er nog veel sneeuw lag. Niet op de flanken van de berg, maar op de brede legerpaden. De sneeuw was op die paden gezakt en daar was het moeilijk op lopen.
Als snel na de hut kwamen we bij Il Redentore, het grote christusbeeld dat je bij helder zicht vanuit Perinaldo kunt zien, rechts van Monte Saccarello. Naar Saccarello werd het al wat moeilijker. Waar was het pad nou? En toen begon het ook nog vrij hard te regenen. Binnen een half uur was onze kaart helemaal nat. GPS of een mobiel had je toen nog niet, dus wat nu te doen. Na een uurtje rondzwerven daarboven, besloten we dat slim zou zijn om aan de noord-west kant van Saccarello af te dalen. Omdat we geen bruikbare kaart meer hadden, wisten we niet waar we uit zouden komen, maar afdalen leek het slimst.
Dus gingen we zo snel mogelijk naar beneden, naar de boomgrens en zodra we in de bossen liepen, zo steil als mogelijk naar beneden. Na een uurtje kwamen we op een pad. Dat pad was echter redelijk vlak, dus wisten we niet of we naar links of naar rechts moesten. En het bewegwijzeringsbordje dat we vonden, was omgevallen waardoor we niet konden zien in welke richting we moesten lopen. We kozen ervoor om naar links te gaan (dat doe ik niet vaak……). Na nog een hele tijd wandelen (een uur, anderhalf?) zagen we langs het pad een oude caravan staan. We besloten dat we die goed zouden onthouden, als het donker zou worden, konden we wellicht daar overnachten.
Maar uiteindelijk zagen we dat we een dorpje/stadje naderen. Het bleek La Brigue te zijn. In Frankrijk. We klopten aan bij een hotel en vroegen of ze plek hadden. Twee verzopen katten, zo stonden we voor de deur. Alles nat, want het had de hele middel geregend. Ook veel spullen in de rugzak waren nat. Gelukkig hadden ze in het hotel een kamer/kelder waar we al onze spullen konden drogen. We waren superblij dat we onderdak hadden. Het diner die avond heeft goed gesmaakt.
“Vu comme si, vu comme ca!” We hebben het vaak herhaalt sindsdien………De volgende dag hebben we vanuit La Brigue de trein terug genomen naar Ventimiglia. Toen we het verhaal aan Ermanno vertelden, heeft ie gebulderd van het lachen. Ik hoor het nog steeds, hoewel de beste man inmiddels ook al heel wat jaren geleden is overleden.
Jaren later zijn we nog een keer naar Saccarello gelopen. Die keer later in het jaar. Met de kinderen.